Schreef ik in het vorige logje nog dat we een prachtig Paasweekend achter de rug hadden. Twee dagen later stond ons leven ineens op zijn kop.
Het is woensdagochtend 27 april. Om 8:40 uur gaat de telefoon; schoonmoeder aan de telefoon. Aan haar stem hoor ik dat er wat is. Ze vraagt naar echtgenoot F. [ik schrijf vanaf nu mijn dierbaren anoniem met alleen de voorletter]
F. was net wakker en lag nog wat na te doezelen. Ik geef hem de telefoon en ga naast hem op bed zitten. Aan zijn gezicht zie ik dat er iets goed mis is. “Ik kom eraan”, zegt hij snel en vliegt uit bed. Tussen het tandenpoetsen door vraag ik hem wat er aan de hand is. Zijn vader is van de stoel gevallen en is aan één kant, rechts, verlamd en zegt niets meer. Ambulance is al onderweg.
Twee tellen later horen we de ambulance met gillende sirenes inderdaad het dorp inrijden. Mijn schoonouders wonen hier vrij dichtbij. F. stapt in de auto en beloofd me op de hoogte te houden. Een paar onzekere en bange uren volgen.
Rond een uur of elf weten we meer. Schoonvader H. heeft een beroerte gehad. Een bloedpropje bij het hart is zijn hoofd ingeschoten en heeft daar behoorlijke schade aangericht. Hij ligt aan het infuus, krijgt bloedverdunners en ligt aan een apparaat dat zijn hart in de gaten houdt.
Op dat moment zijn we eigenlijk al blij dat hij nog leeft. Een paar onzekere dagen volgen. De man is rechtszijdig helemaal verlamd en zijn spraak is volledig weg[afasie], slikken kan hij niet en ligt eigenlijk alleen te slapen. Soms, als hij wakker is, kan er ene knikje, knipoog of lachje vanaf. Een man van rond de 71 jaar, altijd gezond geweest, in elk geval de 21 jaar dat ik hem nu ken. Nu ligt hij daar als een dood vogeltje in een ziekenhuis bed. Een grauwe kleur en allesbehalve aanspreekbaar.
Zaterdag 30 april, zit hij na een paar dagen slapen, ineens rechtop in bed. Dat ziet er al veel beter uit, goeie kleur ook op zijn gezicht. Een zucht van verlichting maar we zijn er nog lang niet. Maandag 2 mei krijgen we de uitslag en die is niet mals. Er is toch best een behoorlijk deel van zijn hersenen aangetast. Hij heeft een lange, moeizame weg te gaan.
Echtgenoot F. en ik zoeken op internet werkelijk alle mogelijke informatie op die er maar te vinden is. Van oefenschema’s tot prognoses, we willen het allemaal weten. We hunkeren naar meer informatie. We willen niet langer meer toeschouwers zijn, we willen iets doen en wel nu! We vinden eigenlijk overal hetzelfde advies: de eerste 12 weken zijn cruciaal in de weg naar ‘genezing’. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen.
In de dagen die volgen gaat het best hard. Van niet kunnen slikken tot het eten van vla, appelmoes en pap. Rechtop, aangekleed, in een rolstoel zitten, langzaam het woordje ‘ja’ produceren en meer van dat soort muizenstapjes. Maar voor ons voelen ze als het winnen van de marathon van New York!
We hopen en vechten zo voor het behoud van wat hem het allerliefste is: zijn stem.
Momenteel zijn we op het punt beland dat hijzelf begint te beseffen hoe hij er aan toe is en wat zijn beperkingen zijn. Hij heeft honger maar kán gewoonweg nog niet zoveel tegelijk eten. Hij wil praten maar dat gaat niet. Hij wil zoveel en dat gaat niet…
De komende tijd zal ik jullie middels mijn weblog op de hoogte houden van het wel en wee en de vorderingen in zijn herstel. Maar ook de impact die het op óns leven heeft. Ons leven bestaat nu uit werken en ziekenhuisbezoek en daarnaast een hele hoop gepieker. Van de ene op de andere minuut staat je wereld letterlijk op zijn kop. We zijn eigenlijk kapot, geestelijk maar ook lichamelijk. We zijn moe en je zou er een moord voor doen om alles weer bij het oude te krijgen maar helaas dat gaat niet. Ook wij moeten hier een weg in vinden, een balans.